Was het maar zo simpel. Nepnieuws herkennen. Maar ja, dat is juist het verraderlijke ervan: voordat je er erg in hebt, beland je via een clickbaitachtige kop op een site die verdacht veel lijkt op nu.nl. En wat je daar leest… Dat kán niet waar zijn!

Even voor de goede orde: dit artikel bevat geen nepnieuws. Ehm, is dat niet precies wat een verspreider van desinformatie zou zeggen?

Oké, goed punt. Een suggestie: controleer eerst even de betrouwbaarheid van de afzender voordat je verder leest. Zag je Wikiwijs.nl in je adresbalk staan? Mooi. Dan kun je gerust verder lezen. Tenminste, als je meer wil weten over nepnieuws en desinformatie.

De aarde is plat en de maanlanding is in scène gezet

Fake news. Hoor je het hem nog zeggen? Het bestond al lang voordat hij president werd. Maar pas vanaf het moment dat Donald Trump deze term in zijn vocabulair opnam, zijn alternative facts niet meer weg te denken uit de wereldwijde samenleving.

Wat is nepnieuws eigenlijk? En hoe verhoudt het zich tot desinformatie? Laten we met de laatste term beginnen.

Op Rijksoverheid.nl staat dat desinformatie “onware, inaccurate of misleidende informatie is die met opzet wordt gemaakt en verspreid om geld te verdienen of om een persoon, sociale groep, organisatie of land te schaden”.

En nepnieuws? Dat is een min of meer gepopulariseerde term die onder andere verwijst naar desinformatie – het is een containerbegrip. Om opnieuw Rijksoverheid.nl te citeren: “Onder nepnieuws wordt soms desinformatie en soms misinformatie* verstaan. Het begrip nepnieuws wordt ook als synoniem gebruikt voor leugens en voor onzorgvuldige journalistiek.”

Bij Wikiwijs geven we voorkeur aan de ietwat neutralere benaming ‘desinformatie’. Hoe dan ook, waarom verdient dit onderwerp extra aandacht? Wat is er nou zo erg aan wat verzonnen feitjes?

De onruststoker die desinformatie heet

Wie ook maar enigszins heeft opgelet de laatste tijd, heeft kunnen merken dat desinformatie voor verdeeldheid zorgt en zelfs paniek kan zaaien. Linda le Grand, communitymanager bij Wikiwijs, noemt desinformatie een “gevaarlijke ontwikkeling”.

De afgelopen jaren heeft ze zich gespecialiseerd in desinformatie en zag ze in een relatief korte tijd hoe desinformatie de digitale samenleving steeds dieper infiltreerde.

Linda: “Een aantal belangrijke gebeurtenissen op het wereldtoneel hebben laten zien dat desinformatie enorm aan het groeien is.” Ze doelt op de Trump-soap, de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. “Zorgelijk” vindt ze het; de hoeveelheid aan desinformatie die toen werd – en nog steeds wordt – verspreid. “En volgens mij ben ik niet de enige.”

Inderdaad: 69% van de Nederlanders maakt zich zorgen over nepnieuws. Dat blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van Netwerk Mediawijsheid.

“Niet alleen de burgers, maar ook de overheid staat op scherp” voegt ze toe. Ze refereert aan Minister Wiersma en zijn aandacht voor digitale geletterdheid in het algemeen, en mediawijsheid in het bijzonder.

Al met al, desinformatie schreeuwt steeds harder om aandacht, terwijl de dagelijkse informatielawine doordendert. Voor Linda is het vanzelfsprekend: “We moeten onszelf en de samenleving ertegen beschermen. En dat begint met een goed gesprek over verkeerde informatie – in de klas.”

“De nieuwe generatie moet desinformatie kunnen herkennen en bestrijden”

Linda vertelt dat het mogelijk is om door nepnieuws heen te prikken en de waarheid erachter te ontdekken. “Het is een vaardigheid” voegt ze toe. “En om de nieuwe generatie deze vaardigheid aan te leren zijn er leraren nodig die dit onderwerp in de klas behandelen.”

Zo wordt langzamerhand duidelijk waarom Linda zich heeft gespecialiseerd in desinformatie bij Wikiwijs.

“Wat ik zou willen bereiken? Dat desinformatie een serieus onderdeel van het curriculum wordt. Ik hoop dat leraren zich steeds meer zullen verdiepen in dit onderwerp. En dat ze op zoek gaan naar relevant lesmateriaal. Want met kwalitatief lesmateriaal als basis is het makkelijker (en kost het minder tijd) om zo’n les voor te bereiden.”

Zulk lesmateriaal is tegenwoordig te vinden op de Wikiwijs themapagina over desinformatie; een pagina waar Linda een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd.** Hier vind je open, gratis en toegankelijk lesmateriaal voor het po en vo.

Er staan niet alleen lessen op die geschikt zijn voor in de klas, maar ook voor daarbuiten. Bijvoorbeeld als je behoefte hebt aan zelfstudie en nascholing, zodat je leert hoe je beter kunt omgaan met (vragen over) desinformatie tijdens de les.

Wil je jouw lessen verrijken, verdiepen of actualiseren met dit thema? Bekijk de themapagina ‘Desinformatie’.

Of heb je juist open lesmateriaal gevonden dat niet op de themapagina staat, maar daar wel thuishoort? Geef je tip door via het contactformulier.


 

* Misinformatie is onjuiste informatie die min of meer per ongeluk wordt verspreid.

** Deze themapagina is onderdeel van de campagne ‘Goed in gesprek over verkeerde informatie’. Een campagne die erop gericht isom desinformatie onder de aandacht te brengen. Harriët Leget (Kennisnet) is daarbij betrokken als adviseur digitale geletterdheid en burgerschap. De initiatiefnemer is Netwerk Mediawijsheid. Het netwerk heeft hiervoor haar krachten gebundeld met Kennisnet, Beeld en Geluid en het Practoraat Mediawijsheid. De Wikiwijs themapagina is ontwikkeld voor het po en vo.